Openingstoespraak door E.J. Couwenhoven
Percipi Gallery, 30 augustus 2014
Welkom dames en heren,
Wat te antwoorden als je wordt gevraagd een expositie van je broer te openen. ‘Laat mij er nog een nachtje over slapen.’ Martijn nog even in het ongewisse laten, terwijl je al lang weet dat als je broer je vraagt een expo te openen, dat je dat graag wilt doen en dat je ook vereerd bent. Maar dan, dan wordt het lastig. Natuurlijk wil je graag iets zeggen over zijn werk, de nieuwe schilderijen. Iets inhoudelijks en kunstbeschouwends over de werking van het licht, de transparantie, het ritme, de gelaagdheid, het sensitieve, de invloed van de Zaanstreek en vooral de Zaan en de traditie waarin Martijn zijn werk te plaatsen is. Dat kan natuurlijk, is ook allemaal waar, maar is de afgelopen jaren door menigeen al treffend verwoord, en voor mij eigenlijk onmogelijk, want het wordt al snel te veel ratio en hoofd maar te weinig hart.
Bovendien ben ik maar een leek, ik vind iets mooi, of juist niet. Ik heb niet veel verstand van techniek, penseelvoering, van verf, toetsen en composities. Maar misschien is dat juist wel makkelijk. Als het om kunst gaat ga ik gewoon op mijn hart af. Klopt het sneller, dan is er iets aan de hand. En als ik mijn hart moet geloven, dan is er met het werk van Martijn iets aan de hand!
Maar voordat ik over dat werk verder ga wil ik eerst even naar Martijn zijn kunstenaarschap, waarvan de oorsprong zich bevindt op de vide van de boerderij waar we als jongens moet onze ouders woonden. Waar er eerst nog een voetbattafel en een tafeltennistafel op de vide stonden moesten deze op een gegeven moment plaatsmaken voor een nieuwe passie: schilderen. Samen maakte we op grote vellen papier en karton action painting schilderijen in de geest van Jackson Pollock en vooral wilde abstract expressionistische schilderijen, waarvoor het werk van Willem de Kooning als grote voorbeeld diende. Je zou kunnen zeggen dat we, met een enorme gedrevenheid, ‘schildertje’ speelde. Maar waar het begon als een spel en het voor mij spel bleef, bleek al snel dat bij Martijn een serieuze passie was aangeboord.
Het gaat nu te ver en zou te veel tijd kosten om nu hier de route te schetsen die Martijn sinds die tijd heeft afgelegd, maar voor mij is het zeer bijzonder dat ik de afgelopen ca 25 jaar de ontwikkeling van Martijns kunstenaarschap van dicht bij heb mogen meemaken.
Een kunstenaarschap dat wars is van modegrillen, hypes of de waan van de dag.
Een kunstenaarschap dat zich kenmerkt door een combinatie van vrijheid in expressie en creatiedrang!
Een kunstenaarschap waarin altijd wordt gewerkt.
Een kunstenaarschap waarin nooit wordt verzaakt.
Wachten op inspiratie, een beetje mijmeren, het schildersbestaan romantiseren? Vergeet het maar. Gewoon naar je atelier gaan, linnen opspannen, het linnen prepareren, verf klaarzetten, mengen, kwasten uitzoeken, muziek aan (heel belangrijk) en beginnen aan een volgend doek.
Een kunstenaarschap dat zich overigens allang niet meer beperkt tot schilderen alleen. Inmiddels zijn er verhalen van Martijn gepubliceerd in diverse literaire tijdschriften en bundels, staat zijn eerste kinderboek (De schatkaart van Monet) op het punt van verschijnen, is een kookboek met recepten van Monet en Renoir in voorbereidingen en heeft hij het zelfs een film gemaakt over de invloed van de Zaan in zijn schilderijen…
Maar de beeldende kunst, de schilderijen staan al 25 jaar centraal. Schilderijen waarin aanvankelijk voorwerp, vorm en landschap duidelijk aanwezig zijn. Schilderijen die stap voor stap een ontwikkeling laten zien naar een geabstraheerde weergave van het voorwerp, de vorm en het landschap. Een ontwikkeling waarbij de werkelijke waarneming een beginpunt is om vandaaruit steeds vrijer te werken.
En zo doorwerkend, nog steeds met dezelfde passie en gedrevenheid zoals het ooit begon op de vide van de boerderij, beginnen zich de contouren van een uniek oeuvre te vormen. En ik gebruik het woord oeuvre bewust, want wat is de definitie van dit begrip, ik citeer even uit Wikepedia:
Het oeuvre van een kunstenaar is het geheel van al het werk dat hij gedurende zijn leven of loopbaan heeft voortgebracht. Het Franse woord œuvre betekent “werk”, in dit geval in de zin van “de verzameling van werken”.
Dat lijkt mij duidelijk en zo wordt het begrip oeuvre ook vaak gebruikt, maar…
Niet bij iedere schrijver, beeldend kunstenaar of componist kan van een oeuvre worden gesproken. Het begrip is pas van toepassing (nu wordt het interessant) als de productie van de kunstenaar een zekere samenhang laat zien, die wellicht nog in het geheel niet compleet is, maar toch een bepaalde eenheid, richting of lijn aangeeft.
Aha! Kijk! Laat dat nu precies zijn wat Martijn zijn werk al 25 jaar laat zien. Ieder nieuw schilderij is een logische opvolger van het vorige schilderij en staat in relatie tot ieder eerder gemaakt werk. Of het nu, zoals op deze expositie goed is te zien, de grotere abstracte werken zijn, waarin misschien in de verte nog een landschap gloort, de nieuwe kleinere schilderijen waarin dat landschap al weer beter te herleiden is of de al wat oudere schilderijen van de mengbakjes, waarin de verf wordt gemengd voor wie weet, de abstracte doeken die hier te zien zijn? Wat te denken van de film die Martijn maakte met de veelbetekenende titel ‘Mijn schilderijen bestaan in het water van de Zaan’. En zie ik daar op dat ene doek niet in de verte het bruggetje in de tuin van Monet? En he, verschijnen er binnenkort niet twee boeken van Martijn zijn hand, waarin Monet centraal staat? Juist samenhang! Eenheid!
Want dat is, wat kijkend naar Martijn zijn schilderijen en overige werk zo mooi duidelijk wordt dat er, zonder zich te herhalen, met steeds nieuwe inzichten en verdieping een uniek oeuvre ontstaat. Een oeuvre dat zich bevindt tussen intellect en intuïtie, een oeuvre dat het hart raakt, het sneller doet kloppen. In ieder geval mijn hart!